Weer richtte de HEER zich tot mij:

‘Mensenkind, richt je blik naar het zuiden, klaag het aan en profeteer tegen het struikgewas daar. Zeg:

“Luister naar de woorden van de HEER! Dit zegt God, de HEER:

Ik steek je in brand, en het vuur zal al het levende en dorre hout verteren. De laaiende vlam zal niet doven, alle gezichten, in noord en zuid, zullen erdoor worden verschroeid, en alles wat leeft zal weten dat Ik die vlam heb aangestoken. Het vuur zal niet doven!”’ Ik antwoordde:

‘Ach HEER, mijn God, zullen ze dan niet zeggen:

“Hij spreekt in raadselen, die man!”’

De HEER richtte zich tot mij:

‘Mensenkind, richt je blik op Jeruzalem en klaag de heiligdommen aan, profeteer tegen het land van Israël. Zeg:

“Dit zegt de HEER:

Ik keer me tegen je, Ik trek Mijn zwaard uit de schede en Ik zal je inwoners uitroeien, de schuldigen en de onschuldigen. Van het zuiden tot het noorden roei Ik iedereen uit, de schuldigen en de onschuldigen. Daarom laat Ik Mijn zwaard uit de schede komen, en alles wat leeft zal weten dat Ik, de HEER, Mijn zwaard getrokken heb! Het keert niet meer in de schede terug.” En jij, mensenkind, kerm! Kerm van verdriet waar zij bij zijn, kerm als een gebroken man. Als ze je dan vragen:

“Waarom kerm je zo?” zeg dan:

“Er gaat een onheilsboodschap rond! De angst zal alle mensen om het hart slaan, hun armen zullen slap langs hun lichaam hangen, ze worden wanhopig, het water loopt hun langs de benen. Het komt, het zal gebeuren! – zo spreekt God, de HEER.”’

De HEER richtte zich tot mij:

‘Mensenkind, profeteer, zeg:

“Dit zegt God, de HEER:

Er is een zwaard gewet, er is een zwaard geslepen, om te slachten is het gewet, om te bliksemen is het gescherpt. Moeten wij ons erover verheugen dat de staf van mijn zoon al het hout veracht? Het zwaard is gescherpt om te worden gegrepen. Het is gewet, het is geslepen, moordenaars grijpen het vast.”

Loading

Lees ook deze Berichten:

Ezechiël 8:12-18 Visioen in de tempel van Jeruzale...
Ezechiël 40:1-12 De nieuwe tempel 1
Ezechiël 26:1-11 Profetie over Tyrus 1
Ezechiël 20:26-36 Israël opstandig en ontrouw 3
Ezechiël 44:11-19 Toegang tot de tempel 2
Ezechiël 4:1-10 1
Ezechiël 44:20-31 Toegang tot de tempel 3
Ezechiël 16:52-63 Jeruzalems ontrouw 5
Ezechiël 43:21-27 De verschijning van de HEER keer...
Ezechiël 33:1-11 Ieder mens naar zijn daden beoord...
Ezechiël 23:1-16 Ohola en Oholiba 1
Ezechiël 34:11-20 De slechte herders en de goede h...
Ezechiël 18:1-13 Wie rechtvaardig handelt, zal lev...
Ezechiël 45:1-12 Verdeling van de grond 1
Ezechiël 12:20-28 Een teken voor het opstandige vo...
Ezechiël 38:13-23 Gogs leger vernietigd 2
Ezechiël 9:1-11 1
Ezechiël 18:14-22 Wie rechtvaardig handelt, zal le...
Ezechiël 1:15-28 Ezechiël geroepen 2
Ezechiël 3:18-27 2
Ezechiël 26:12-21 Profetie over Tyrus 2
Ezechiël 20:37-44 Israël opstandig en ontrouw 4
Ezechiël 41:1-12 1
Ezechiël 31:12-18 2
Ezechiël 38:1-12 Gogs leger vernietigd 1
Ezechiël 1:1-14 Ezechiël geroepen 1
Ezechiël 6:11-14 Israël getroffen door het zwaard ...
Ezechiël 46:1-11 1
Ezechiël 24:1-14 De kookpot 1
Ezechiël 46:12-24 2
Ezechiël 11:14-25 2
Ezechiël 36:1-12 1
Ezechiël 43:12-20 De verschijning van de HEER keer...
Ezechiël 20:1-12 Israël opstandig en ontrouw 1
Ezechiël 27:20-36 2
Ezechiël 40:13-26 De nieuwe tempel 2
Ezechiël 13:1-13 1
Ezechiël 48:13-22 2
Ezechiël 16:14-27 Jeruzalems ontrouw 2
Ezechiël 14:12-23 Het lot van Jeruzalem 2
Ezechiël 6:1-10 Israël getroffen door het zwaard 1
Ezechiël 22:18-31 Oordeel over Jeruzalem 2
Ezechiël 47:13-23 De grenzen van het land 2
Ezechiël 30:1-14 1
Ezechiël 11:1-13 1
Ezechiël 32:1-15 1
Ezechiël 18:23-32 Wie rechtvaardig handelt, zal le...
Ezechiël 33:22-33 Ieder mens naar zijn daden beoor...
Ezechiël 25:10-17 Profetie tegen de volken die Isr...
Ezechiël 20:13-25 Israël opstandig en ontrouw 2
Ezechiël 42:12-20 De ruimten voor de priesters 2
Ezechiël 36:26-38 3
Ezechiël 47:1-12 De rivier uit de tempel 1
Ezechiël 25:1-9 Profetie tegen de volken die Israë...
Ezechiël 41:13-26 2
Ezechiël 5:10-17 2
Ezechiël 17:1-14 De adelaars en de wijnstok 1
Ezechiël 27:1-19 1
Ezechiël 29:1-12 Profetie tegen Egypte 1
Ezechiël 21:17-28 Het goddelijk zwaard 2
Ezechiël 28:1-15 1
Ezechiël 23:17-30 Ohola en Oholiba 2
Ezechiël 39:1-14 1
Ezechiël 16:28-40 Jeruzalems ontrouw 3
Ezechiël 3:1-17 1
Ezechiël 23:31-44 Ohola en Oholiba 3
Ezechiël 14:1-11 1
Ezechiël 42:1-11 De ruimten voor de priesters 1
Ezechiël 7:1-13 Het einde komt 1
Ezechiël 34:1-10 De slechte herders en de goede he...
0Shares